maandag, april 30, 2018

Nachttrein

Kleine, maar best comfortabele stapelbedden, opgemaakt met schone helderwitte lakens,  elk bed voorzien van een eigen leeslampje, een gordijntje voor wat privacy, en een opbergvakje voor bril en toiletspulletjes. 

Eten-of drinken verkopende Thai die van wagon naar wagon wiebelen, ondertussen hun waar aanprijzend, god mag weten wat ze verkopen maar alles eindigt op ‘khaaaa’ (een soort bevestiging van wat ze daarvoor hebben gezegd, vergelijkbaar met het op zich zinloze ‘ja’ van Groningers achter elke zin). Dus zoiets als ‘tom tai si kai khaaaaa’ of ‘kao muu phet khaaa’

Je zou ze 20 baht geven voor hun performance omdat het erg zangerig klinkt maar de gitaar erbij ontbreekt. 

Slippers en sloffen, plastic dozen, tasjes met eten en hier en daar een koffer in het gangpad. Het ritme van de spoorbielzen. Schattig snurkende Thai.

Dat is ongeveer wat de nachttrein is. Een feest. Niet alleen omdat je tijdens je vakantie feitelijk een dag wint, maar ook omdat het zo fijn en bijzonder is om ‘met de Thai’ te reizen.





Death Railway Track en een memorabele foto

Na de inspanningen van dinsdag en de wisselingen van accommodaties verlangden we allemaal naar wat ‘settlement’ en ontspanning. Gelukkig was de woensdag een ‘easy day’, volgens Norra, en we hoopten dat dat voor die dag gewoon eens waar zou zijn. 


We konden s ochtends in ieder geval rustig onze bagage inpakken, wat schrijven, genieten van onze schone en gestreken was (de was laten doen voor 60 baht (1 euro 20) per kilo is 1 van die geneugden van op reis zijn in Azië) en van de voortkabbelende rivier, zittend op de veranda van ons ‘rafthouse’


Om half twaalf werden we opgepikt en reden we naar het kleine stationnetje van Nam Tok, het laatste station in Thailand. De andere spoorlijnen lopen allemaal door naar de rest van Azië, maar na Nam Tok komt niets meer. Mede als gevolg van de wrange wijze waarop deze spoorlijn werd aangelegd. 


We kregen een ‘local lunch’ in één van de restaurantjes. Een set van thaise gerechten waarbij een grote kom rijst werd geserveerd. Zo eten de Thai meestal: rijst met daarbij verschillende vlees, vis en groentegerechten. Ze bestellen ook zelden een eigen ‘plate’, dat is echt van ‘farangs’ (vreemdelingen). 

We zien dat de meeste restaurants, ook de afgelegen, dit wel door hebben, dat afzonderlijke ge-bestel van toeristen, maar vaak reageren ze toch nog een beetje hoofdschuddend en verbaasd dat we onszelf zo beperken en zo egocentrisch onze maaltijden nuttigen.


De rijst fungeert niet persé maar als ‘vulling’ of hoofdvoedsel, maar ook als neutralizer, om te kunnen genieten van verschillende smaken  tijdens 1 maaltijd. Een bord rijst opscheppen met een dikke kwak saus erop, en dat dan eten, dat zie je een Thai zelden doen. De rijst blijft meestal apart en er wordt een hapje van genomen tussen twee lepels van verschillende gerechten in. 


Deze local lunch was helaas erg aangepast aan westerse smaken. Erg vlak. 


We stapten op de trein voor een rit van twee uur over de Death Railway track. 




De kinderen vonden het erg saai maar ik vermaakte me prima met het aanschouwen van het dagelijkse leven van de Thai. Werkend op het land. Op een brommertje volgeladen met handel op weg naar het dorp. Rustend onder de schaduw van een boom. Hapjes in zakjes gietend. 


En ik verheugde me op het weerzien met de stad Kanchanaburi. Op Bangkok na is dit de stad waar ik het vaakst was. Met m’n ouders, daarna met Steffan (zwanger van Marijn) en daarna met Johan en de kinderen. Bij aankomst, over de beroemde River Kwai brug, herkenden we direct het plein met de markt en de lange hoofdweg met aan deze kant de juweliershops. 


Het is een fijne, rustige stad waarvan de economie met name draait op het leven aan de rivier. De visrestaurants, de riverresorts, de floating disco’s...






En op het midden van het plein, nog geen 50 meter van de brug, stond het voorwerp waar we min of meer voor kwamen: de paal met rondom een marmeren verhoging waar Marijn als vierjarig jochie opklom en waarvan wij als trotse en licht bezorgde ouders vervolgens een foto maakten. 

Marijn was op dat moment nog in zijn ‘Robin Hood’ obsessie en we hadden voor hem daarom op de markt een handgemaakt houten zwaardje gekocht dat we nog redelijk eenvoudig aan onze bagage toe konden voegen. Deze stak hij fier en in zijn heldenrol in de lucht.


Eén van de mooie herinneringen van die reis. 


We wilden heel graag dezelfde foto nog eens maken, op exact dezelfde plek. Dit hadden we de dag ervoor doorgegeven aan onze gids, om zeker te weten dat we daar gelegenheid voor zouden hebben. Ik had erbij gezegd, dat het één of ander memorial was, waar Marijn opgeklommen was. 

Die ochtend vertelde Norra, dat hij er erg slecht van geslapen had, want hij kon zich geen memorial op die plek herinneren en was bang dat we toch iets anders bedoelden. 


Op de plek zelf bleek, dat het met marmer omringde ding geen memorial, maar een paal met een luidspreker was! Twaalf jaar later hingen de stroomdraden nog op precies dezelfde kronkelige manier aan elkaar gebonden aan de paal. Rare gewaarwording...voor m’n gevoel zat ik in een tijdmachine! 






Onder het motto ‘the pen is mightier than the sword’ maakten we nu een foto van Marijn terwijl hij een (pvda 😀) pen in de lucht steekt. Dat moment betekende voor Stef en mij een vinkje op onze bucketlist. 


We shopten en aten nog wat en schoten nog wat voorspelbare foto’s van de River Kwai brug. 





Onze grootste aanwinst was een verweerd Singha-tissuebakje met tafelnummer erop, die we van de restauranteigenaar op ons verzoek mee mochten nemen. Een relikwie!


Aan het eind van de middag vertrokken we naar industriestad Nakhon Pathom. Daar zouden we op de nachttrein stappen richting Surat Thani. 


Hoe fijn we Kanchanaburi vinden, zo naar is Nakhon Pathom. Het is een belangrijk kruispunt voor reizigers, omdat daar de spoorlijnen naar alle windrichtingen samenkomen. Maar aankomen en zo snel mogelijk vertrekken, op naar interessantere oorden, is het devies. 


Het station zelf stelt eigenlijk niets voor, qua grootte is het vergelijkbaar met Scheemda, maar dan viezer en drukker. Niet voor te stellen dat dit één van de belangrijkste ‘travelhubs’ is. Rondom het station een foodmarket, uiteraard een 7-eleven en aan het einde van de straat dwars op het station een prachtige en imposante Stupa. 


We aten wat in een klein ‘take away’ winkeltje waar je ook nog binnen op kleine plastic stoeltjes kon gaan zitten eten. Compleet met TL verlichting, vergeelde coca-cola reclame en ook weer tissuebakjes met tandenstokers aan de zijkant. 

Niemand sprak Engels. Voor het hele ondernemersgezin, aldaar aanwezig om te werken, of gewoon om de tijd wat te verdoen, waren we even een grote bron van vermaak. Ze bestellen 4 cola! (In plaats van 1 om te delen). Ze hebben geen idee wat ze gaan eten! 

We bestelden wat single plates en waren naderhsnd vooral tevreden met het feit dat we iets in onze magen hadden, alvorens aan de 10 uur durende treinreis te beginnen. 

Deze maaltijd was veruit de goedkoopste. 260 baht waren we kwijt, wat neerkomt op ongeveer vijfenhalve euro. Ouderwetse prijzen. Jaren geleden kregen we ons geld niet op, nu vliegen de briefjes van 1000 bahts echt de portemonnee uit. Maar goed, nog steeds niet vergelijkbaar met Europa natuurlijk. 


Get ready! Onze bedden in de trein waren al opgemaakt, we gaan ons al slapend verplaatsen naar onze volgende bestemming.





zaterdag, april 28, 2018

Thai food

Favoriet thais voedsel... het beschrijven vraagt echt om een apart blog. 
Wat maakt het nu zo bijzonder? Ten eerste, de combinatie van kruiden. Veel mensen denken dat Thais eten alleen maar ‘spicy’ is. Maar dat klopt niet. Het is de rijkdom aan verschillende smaken. De manier van koken waardoor de enkele kruiden echt volledig afzonderlijk tot zijn recht komen, terwijl je het eet. Alsof je knetterkauwgum eet. Eerst is het alleen maar zoet en dan opeens voel je het ergens anders in je mond knisperen en knetteren.. Een gerecht, gekruid met knoflook en peper in Nederland is niet vergelijkbaar met een ‘Kratiem’ gerecht hier. De knoflookjes worden gebruikt om de olie te kruiden, ze worden krokant gebakken en er dan uitgehaald, het vlees of de vis wordt er in gebakken en later worden de krokante stukjes knoflook weer toegevoegd bij het opdienen. De knoflook en peper proef je in het vlees en als bonus kun je de krokante knoflookkruimels later nog als fingerfood van je bordje plukken. 

Dus de combinatie van kruiden (ik heb hier geleerd dat een sausje van honing met rode peper een heel nieuwe dimensie geeft aan vlees) en de manier van koken maakt, dat je alle ingrediënten proeft en er van kan genieten. Bijvoorbeeld een gerecht met de beroemde kruidencombi van knoflook, Thaise basilicum en rode peper. Heeeel pittig, ja, dit dan wel. Maar toch is het hanteerbaar, omdat het ene moment het frissige van de Thaise basilicum bovenkomt, en dan weer de diepe knoflooksmaak en dan weer de tinteling van de pepers. 


Wat je ook eet, het is meestal allemaal vers en met zorg bereid. En je kunt alles op straat kopen, van kleine maar uiterst heerlijke verfijnde hapjes tot aan volledige maaltijden. 
Hapjes, dat is ook zoiets. Het eerste jaar was ik echt wat huiverig om hapjes uit te proberen, gewoon omdat je echt vaak geen idee hebt wat het überhaupt is (het kan vlees of groente zijn, maar voor hetzelfde geld is het gemalen insect, gerold tot een balletje, gefrituurd en met een eigen sausje geserveerd).
Maar als je je er eenmaal aan waagt... WoW. Wat we deze reis bijvoorbeeld aten: poffertjes gemaakt van kokosmelk (verschrikkelijk lekker!), crispy banana (een stukje banaan eveneens door gemalen kokos gerold en daarna razendsnel gebakken in hete olie), een soort ‘candybar’ van plakrijst met een vulling van banaan in een palmblad verpakt en Krokante kip met citroengrasmayonaise. 




Gisteren op de markt weer de voorliefde van de Thai voor eten op een stokje gezien. Kramen vol met hapjes op stokjes. Je kunt het echt zo gek niet bedenken, alles rijgen ze aan sateprikkers. Behalve.. ‘saté ;-)’, want daar was ik naar op zoek maar ik vond het niet. Snoep, groente, bananenchips, organen, rijstballetjes, cakedeeg (in allerlei neonkleuren) en insecten. 

En dan is er nog het opdienen. Met bloemetjes. Symmetrisch op het bord. En per gerecht, niet alles tegelijk ook al eet je met meer mensen. Dus als je curry er al staat moet je soms nog even wachten op je gebakken rijst erbij. Of andersom. De beloning komt altijd, JUIST als je even moet wachten, want dan is het zeker weten vers en speciaal voor jou bereid. 

Onze top tien van favoriete gerechten....Niet perse in volgorde van culinair spannend ofzo. 

1. Deep fried fish with garlic and pepper - Pla tod kratiem. ‘Doorgebakken’ witvis met krokante knoflookjes en pepers. 
2. Noodle soup with chicken - ‘glass’ noedels met kip en meestal met uitgebakken knoflookjes, lente-uitjes en paksoi-achtige groente. 
3. Fried Rice with chicken - kao pad kai. Qua smaak niet te vergelijken met nasi goreng, maar het blijft natuurlijk gewoon wel gebakken rijst. 
4. Stir Fried chicken with cashew nut - Ergens lijkt dit op wat Knorr verkoopt als ‘ kip siam’, maar de smaken liggen ver uit elkaar. 
5. Pad Thai kai. gebakken Thaise ‘glass’ noodles met kip, pinda’s, lente-uitjes, natuurlijk ook knoflook. 
6. Rice soup, of zoals het soms genoemd wordt, Boiled Rice. Een vrij saai gerecht van gekookte rijst in het vocht gelaten, met kip en groente en uitgebakken knoflookjes en uitjes. Heerlijk als ontbijt. 
7. Massaman curry- een curry uit Zuid Thailand, met zoete aardappels, kokosmelk, pinda’s en vlees of vis. 
8. Minced chicken with peppers and Basil leaves- kleine stukjes kip, met Thaise basilicum en rode pepers, liefst met plakrijst maar dat is dan weer typisch een soort rijst uit het Noorden. Kom je hier dus weinig tegen helaas. 
9. Steam Rice with omelet on top. Een bolletje gewone witte basmatirijst met een dubbelgebakken omelet, heerlijk gekruid, er boven op. Heerlijk als ontbijtje. 
10. Alles met knoflook en Lemongrass. Uitgebakken of als saus, het maakt vlees en vis zo bijzonder. 

Ik ben geen kok, geen expert, geen ‘echte’ fijnproever, dus slechts een lekenmening over de Thaise keuken. Zo waard om te ontdekken en te proberen en vooral om van te genieten. 



Zip it shrimpy

Dinsdag, onze trouwdag, stonden er drie activiteiten gepland. Achteraf bezien één teveel maar daardoor hadden we eigenlijk geen tijd om te twijfelen over de waaghalzerij die we die dag aan zouden gaan. 

Vanuit het River Camp bezochten we eerst Hell Fire pass. Het stukje spoorlijn, dwars door de bergen, dat zoveel mensenlevens heeft gekost. 


Er was net een oefening bezig voor een herdenkingsceremonie voor Anzacday, een soort ‘4/5 mei’ voor Australië en Nieuw Zeeland. Vele soldaten uit oceanië kwamen om op deze plek en eigenlijk heeft Australië er vooral voor gezorgd dat dit stukje historie weer toegangkelijk werd voor het grote publiek. Het park was erg veranderd sinds de vorige keer. Er werden nu zelfs toeristen rondgereden in golfkarretjes (japanse toeristen. Hoe wrang). Maar lopend in de hitte ervaar je toch het meest de ‘hel’ van deze Pass. 

Rond het middaguur kwamen we aan bij de Tree Top Zip Line. Eén van de meest uitgebreide ter wereld. Het parcours heeft een combinatie van zip lines (kabelbanen), canopy’s (touwbruggen maar dan de survivalversie, dus geen aanééngesloten planken maar losse planken op afstand van elkaar) en stalen koorden waarover je van de ene boom naar de andere schuifelt. Meerdere keren tijdens het parcours dacht ik; wie heeft bedacht dat we dit zouden doen (ik) en waarom in godsnaam 😀. Maar wat gaaf dat we het gedaan hebben. Het engste om te doen, daar hoog in die toppen, was veelal het van de ene baan op de andere stappen.




 Dus van zip naar koord of van canopy naar canopy. Want die wisseling van banen gebeurde allemaal op uiterst smalle platforms en je hebt het nogal druk met het verwijderen van de haken van de ene baan en het bevestigen aan een andere. Eén misstap en je bungelt aan 1 haak ergens beneden aan de boom. In een ongetwijfeld genante en ongemakkelijke pose. De angst om te vallen is het allergrootst als je je over moet geven aan slechts de haken en je voeten op moet tillen, het loslaten van alle vastigheid. En je dan laten gaan. Zzzzzzip! Naar de overkant. 


We waren zo trots op onszelf!! 

Nog nauwelijks bekomen van de Zip Line stapten we in de bus voor onze laatste stop van die dag: de Erawan watervallen. 
Dit is de zesde keer dat ik in Thailand ben, nog nooit bezochten we deze toch echt wel beroemde watervallen. 
Uiteraard gewaarschuwd dat het water wel eens laag zou kunnen zijn, verheugden we ons er toch op. Het was inmiddels een prachtig aangelegd park geworden en erg druk. Ik weet nog dat in de Lonely Planet stond, dat je gewoon met een public bus kon en dat je dan even aan de chauffeur moest vragen om je er uit te gooien bij het pad dat naar de waterval leidde. Nu, met slagbomen aan de poort, een registratieformulier, restaurants en overal bordjes met ‘prohibited dit’ en prohibited dat’ lijkt dat erg lang geleden. 

Maar niettemin; mooi! Het was een hele klim naar het vierde niveau (van de in totaal 7) en net toen we aankwamen klonk het fluitsignaal van de opzichter. We moesten het park alweer verlaten! No swim today. 

We waren erg moe, het was mooi geweest vandaag. Norra bracht ons naar onze accommodatie: Boutique Rafts aan de River Kwai. Wederom een prachtige plek waar je je niet anders dan de koning te rijk voelt. 

We verheugden ons op het favoriete onderdeel van de dag: thai food! Zo luxe dat je 2, 3 x per dag het allerlekkerste eten dat je kent kunt eten! Maar daarover later veeeel meer 😀




woensdag, april 25, 2018

Kanchanaburi

Rustige morgen aan de River Kwai... Na de hectiek van Bangkok kan het verschil bijna niet groter zijn. Maar er zijn sinds onze ontdekkingstocht in the city of angels nog maar 2 dagen verstreken en toch hebben we al herinneringen voor minstens een week! 
De 23e vertrokken we vroeg met gids Norra per boemeltrein naar de vismarkt, en daarna naar de  ‘treinmarkt’ Maklong ten zuiden van Bangkok. De marktkramen zijn op het spoor gebouwd en worden 4 x per dag ‘opgehaald’ omdat er een trein moet passeren. Ik kan me vaag herinneren, dat toen Baukje, Jan Erik en ik terugkwamen uit Maleisie, we in die trein zaten. Ernstig vertraagd vanwege de markt op het spoor, waarbij we zagen dat overkappingen werden weggeklapt op het moment dat de locomotief op een meter afstand van de kraam was genaderd. 
We hadden geluk, kwamen net aan toen de slagbomen dicht gingen en het belsignaal een passerende trein aankondigde. 
Een grappig gezicht, zowel de razendsnelle afbouw, als de opbouw na het passeren van de wagons ( met daarin allemaal zwaaiende mensen alsof het een vast onderdeel was van de toeristische atrractie).

De temperatuur was intussen gestegen naar boven de dertig graden. In ‘onze’ bus waarmee we worden vervoerd is een heerlijke airco, en Norra zorgt ook steeds voor ijskoude doekjes. Na de markten waren we blij om even in de bus te mogen zitten, op naar de volgende en laatste markt van deze reis. De floating market Damnoen Saduak. Deze is per longtailboat te bereiken, dus we kregen een heerlijk verder verkoelend boottochtje door de canals rond deze markt. Maar duur, heel duur! De Thai weten inmiddels zeer goed dat toeristen graag duizenden en duizenden dollars neerleggen voor een uniek bewerkt teakhouten meubelstuk. Jaren geleden ‘shipten’ we een container vol met prachtige houtsnijwerken, bars, accessoires voor ‘slechts’ 1200 euro. En dan hadden we niet eens heel hard onderhandeld, uit respect voor het vakkundige handwerk dat er voor was verricht. 
Toen de handelaar doorhad dat we slechts bewonderaars waren en geen kopers, verloor hij accuut zijn interesse in ons. En we begrepen het wel. 

 S middags hadden we een langere rit voor de boeg richting het voor ons redelijk vertrouwde  Kanchanaburi. Onderweg herkende ik een aantal dorpjes en ook de weg zelf deed herinneringen bij me bovenkomen. Met Johan en de kinderen in een volgepakte gammele taxi, Bangkok min of meer ontvluchtend (Jo zag het toen nog zitten om er te overnachten) en wij met het gevoel, dat we terug zouden vinden wat we een paar jaar daarvoor met z’n tweeen ervaarden aan de River Kwai. Rust, warmte, heerlijk eten, vriendelijkheid. Maar ook de vele markeringen van een verschrikkelijke periode in de menselijke geschiedenis, de bezetting van Japan van Zuid-oost Azië. 
Honderdduizenden krijgsgevangen (waaronder 3000 Nederlandse Indonesiers) werden onder barre omstandigheden te werk gesteld.

Onze accommodatie was Hintok River Camp, een voormalig kampement voor de arbeiders. Onherkenbaar sfeervol en ingericht met luxe tenten met airco en schitterende buitendouche. Maar toch wordt de geschiedenis allesbehalve vergeten. Het nieuwe River Camp wordt beheerd door het bergvolk, waarvan de voorvaderen in nog barrere omstandigheden moesten werken dan de krijgsgevangenen. Dagen geen eten en zelfs geen levensreddende medische behandelingen. 

We hadden een prachtige avond in het kamp. Het buitenrestaurant was in een circel gerangschikt romdom een kampvuur, de koks barbequeden heerlijke saté en kip en er was volop Singha. 

Wederom een prachtige dag. More to come. 











zondag, april 22, 2018

Bangkok per ongeluk

Vandaag in de stad waarvan men zegt dat het zeker NIET Thailand is, toch het echte thailand gezien. En daarvoor hoefden we slechts 1 straatje in te slaan richting de rivier. Een smal doodlopend steegje van 80 cm breed en ongeveer 300 meter lang. De steeg werd gevormd door aan het begin een inmense en heilig verklaarde boom aan de rechterkant, en betonnen schuurtjes aan de linkerkant. In die schuurtjes wonen mensen. Geen deuren waarachter zich hun gezinsleven voltrekt, maar open ruimtes zonder ramen, kamers, keukens, stoelen en  tafels. Men ligt, zit, leeft op de vloer, kookt en eet op de vloer. Voor hun schuurtjes staan plastic kinderstoeltjes en die voldoen om buiten een dutje te doen, fruit te schillen, nagels te knippen, potten en pannen op te stallen.  Overal bordjes met een hapje van het een of ander. Rommel. Fruitafval. De boom biedt met z’n meters lange wortels een natuurlijke scheiding tussen deze steeg en de ‘tuin’ van de buren. De wand die de wortels zo vormt, wordt weer gebruikt om was op te hangen, lokale helden te eren, reclame te maken voor een drankje of ‘whitening’ cream (iedereen wil blanker zijn dan hij is) of gewoon om spullen tegen aan te zetten. 
Ook is deze boom het altaar voor de boedhisten in de buurt. Tussen de wortels liggen tientallen bontgekleurde boedhabeeldjes, bloemen en kransen. Voor de boom een kundig in elkaar gezet mini-tempeltje waar een wierookje aangestoken kan worden. 

We schuivelen bedrempeld door deze steeg, bang dat we de Thai in hun dagelijkse ritme storen. Maar de een lacht nog vriendelijker dan de andere, een enkeling kijkt niet eens op of om en gaat gewoon door met zijn bezigheid. Een vrouwtje zonder tanden probeert ons te waarschuwen; ‘no boat’ zegt ze. Die hoeven we ook niet dus we lopen eerst maar door. Maar de steeg eindigt dus bij een hek voor het water, we kunnen niet verder en er zit niets anders op dan dezelfde steeg terug te lopen. 

Zoveel leven, het was bijzonder om te zien.

We dwalen een beetje door Bangkok, we weten ongeveer welke kant we op moeten maar gaan binnendoor, op zoek naar, nouja, geen must haves in ieder geval. Als we ergens weer linksaf slaan vanaf de doorgaande weg blijken we het universiteitsterrein te betreden. Een wijk op zich met mooie gebouwen (mét glas) en overdekte stoepen. Compleet onverwacht, we volgen gewoon wat we denken wat een weg is, staan we in het studentenrestaurant. Er zijn verschillende eet’shops’ waar je de heerlijkste gerechten kunt halen. 

We besluiten hier te gaan eten. Weten niet zeker of het mag maar de vrouw in de noodleshop voorziet ons graag van echt de allerlekkerste noodlesoep die ik in jaren heb gehad! Wat genieten we hiervan. 

En dan zijn we ook nog met de watertaxi geweest (een portie ongekende hectiek voor 15 baht per persoon) en aten we s’avonds in het ons bekende schitterende new siam riverside hotel. Heerlijke fried chicken met crispy lemon grass. 

Een topdag! En nog 15 te gaan 😇. 








Two nights in Bangkok

Wat geweldig om hier te zijn! Gisteren om half tien geland, redelijk vlot door de douane en om half twaalf stonden we in de lobby van ons riverside-hotel met een ijskoude lap in onze nek een welkomstdrankje te drinken. Op onze kamer stond zelfs een verjaardagstaart! We zijn eerst gaan zwemmen in het hotelzwembad op de vijfde verdieping. Vanaf daar een prachtig uitzicht over de Chao Praya rivier. Hoewel het water al erg opgewarmd was, bracht het toch nog verkoeling. De thermometer stond gisteren op 34 graden, in de schaduw :-). 
Even geslapen voordat we de idioterie van Khao San Road indoken. Nog niks veranderd, alleen tig keer duurder geworden omdat het nu meer een attractie is dan een shopwalhalla voor backpackers (cheap, cheap!). Wat me opviel: veel Thaise toeristen, slechts een enkele Europeaan. 

Maar zo bijzonder om weer in die straat te lopen waar ik tijdens mijn eerste reis zoveel fijne mensen ontmoette, m’n eerste echte reiservaringen opdeed waar je instant wijzer van wordt (nee, het is niet waar dat je voor het koninklijk paleis moet betalen) en kennismaakte met het typisch Thaise backpackersleven dat zo treffend is gefilmd in The Beach. 

Ik kon het niet laten om meteen ook de kinderen te overvoeren met herinneringen; ooh daar zaten jullie visjes te kijken en oooh daar sliep mama toen ze voor het eerst in Bangkok was (D&D Inn). 

We hebben onze eerste maaltijd genuttigd op Khao San Road. Het werd snel donker en de straat begon meteen meer te leven. 
We waren echter zo moe dat we zonder iets te kopen terug gingen naar het hotel en ons heerlijk nestelden op het terras aan het water. 

Iedereen aan de fruitshakes, watermelon, banana, mango.... zo lekker, alles!

Om half tien konden we onze ogen niet meer openhouden, de strijd tegen de jetlag gaven we op en de koele kamer zorgde ervoor dat we snel in slaap vielen. 

Vanmorgen half tien met een schrik wakker: tot tien uur ontbijt! Dus hurry hurry aan de koffie en de fruitsalade.

Straks meer over onze avonturen vandaag, we hebben Bangkok ‘off the beaten tracks” gezien, eigenlijk per toeval. Maar zo leuk! 
Nu eerst een duik! 












vrijdag, april 20, 2018

En we zijn weg!

In opperbeste stemming opgestaan, na wat voor ieder vooral een gebroken nacht was. Het brengt de nodige onrust met zich mee, het feit dat het diepe verlangen naar Bangkok en Thailand gestild gaat worden binnen de aankomende 24 uur.  Qua humeur uiteraard echter geen vuiltje aan de lucht. De laatste mailtjes, appjes, kaartjes (dag buurtjes)...inpakken, checken, schoonmaken. En uiteindelijk vertrokken we om half twaalf, 5 gedegen ingepakte backpacks en lifesaving handbagage in de achterbak. 
De kinderen hebben hun hoedjes weer opgediept en zelfs Romée wil daarmee nu eens WEL op de foto. Vol verwachting zijn we. Hoe kijken de kinderen naar het land waar  wij zo aan gehecht zijn? Welke schetsen nemen we mee naar huis Wat gaan we eten? Oh, verheug en verkneukel. Over dik vier uur in het vliegtuig. Dag thuisland, hallo hartland.